IJszeilvereniging "De Robben" 1891 Een sleeptrein met ijsschuiten

1891 Een sleeptrein met ijsschuiten

Winters evenement in 1891

Begin februari was het grootste nieuws in Nederland de mededeling dat iets niet doorging. Geen nieuws dus eigenlijk, maar als het om de Elfstedentocht gaat, is alles nieuws. Het was me de winter dan ook wel, die van 2012. Lees hoe die van 1890-1891 nóg strenger was en nóg langer duurde.

“En allendag weeral, als men oprees uit het bed, woei die eigenste schrale landwind. De boerenslooten vloerden, al het water was er uit versteven.” Zo karakteriseerde Herman de Man in zijn roman ‘De barre winter van negentig’ de lange, koude winter van 1890-1891.

Zee bedekt met ijs
Die winter viel rond 24 november in waarna de temperatuur tot 20 januari, op enkele dagen na, steeds ver onder nul bleef. Het verdiepen van de Oude Rijn nabij de Alphense brug waarmee Rijnland in het najaar begonnen was, moest vanwege de vorst dan ook spoedig worden stilgelegd. Spectaculair in deze winter was de ijsgroei. Bij de Hembrug over het Noordzeekanaal werd op 20 januari zelfs een dikte gemeten van 58 centimeter. En in Katwijk en Noordwijk lag er zoveel ijs op het strand dat zelfs de oudste inwoners zich niet konden herinneren zoiets eerder meegemaakt te hebben. Zo ver men kijken kon, was ook de zee bedekt met ijs.

Beslooten water
Van al dat ijs had Rijnland geen last. In de Verenigde Vergadering en in het college van D&H in die dagen werd er dan ook met geen woord gerept over de uitzonderlijke winter. Wie er wel last van hadden waren de brugwachters die doorvaartrechten van Rijnland pachtten. Van 10 december tot en met 3 februari was er geen enkel scheepvaartverkeer mogelijk. Al die tijd waren zij verstoken van inkomsten vanwege ‘beslooten water’, zoals de Zwammerdamse brugwachter noteerde in zijn register van gepasseerde schepen en ontvangen bruggeld.

Op de Oude Rijn bij ’s Molenaarsbrug

Sleeptrein van ijsschuiten
Maar in het register van Sjouke Smits, brugwachter van ’s Molenaarsbrug, komen we iets vreemds tegen. Daarin staat vermeld dat er op 2 en 3 januari 17 schepen passeerden. Over zoiets kun je je hoofd breken, maar de Rijnbode van 4 januari 1891 bracht de oplossing van het raadsel. In deze krant staat een uitvoerige beschrijving van een tocht met ijsschuiten van Roelofarendsveen naar Leiden. De verslaggever van het blad beschrijft het spektakel, dat zo in de Pickwick Papers van Charles Dickens zou passen, als volgt. “Vrijdagmorgen (2 januari), omstreeks elf uren, passeerde aan de ’s Molenaarsbrug de sleeptrein van ijsschuiten van Roelofarendveensche eigenaren die een bezoek gingen brengen aan Leiden. Het voornemen daartoe had reeds dinsdag laatstleden bestaan maar wegens de felle koude zag men er toen van af. ’t Was een zeldzaam, zeker nooit vertoond schouwspel: 17 met vlaggen en wimpels versierde schuiten van allerlei vorm, waarvan in de voorste het harmoniecorps van Roelofarendsveen had plaatsgenomen, door vier paarden getrokken, over de baan te zien gaan, maar niet minder vermakelijk was het te zien dat de ‘sleep’ gesloten werd door een rijtuig met vrouwen die het zeker wat al te frisch vonden om in de schuiten plaats te nemen. Geen wonder dat tal van belangstellenden de vloot te voet of op schaatsen omstuwden, om op haar zegetocht te vergezellen.”

De 17 ijsschuiten op linie

Muziek als dank
Vervolgens werd de tocht voortgezet over de Oude Rijn, richting Koudekerk. In Leiderdorp aangekomen kreeg men in het koffiehuis het ‘Leiderdorpsche hek’ een glas warme wijn en andere verversingen aangeboden. De tien muzikanten van het harmoniekorps brachten als dank voor de hartelijke ontvangst in de biljartkamer een paar nummers ten gehore, waarna de tocht onder een steeds aangroeiende menigte naar Leiden werd voortgezet. ’s Avonds om acht uur was het gezelschap terug aan ’s Molenaarsbrug, maar toen was het al te donker om nog met de vloot terug te gaan naar Roelofarendsveen. Onder vrolijk gezang ging men daarom verder lopend naar huis. De schuiten liet men achter nabij hotel Bosshard om ze de volgende dag op te halen.

De Rijnbode vermeldde tenslotte dat de bekende fotograaf Goedeljee uit Leiden de gebeurtenis op de gevoelige plaat vastlegde. Veel van zijn werk wordt nu bewaard bij het Regionaal Archief Leiden. Dankzij de mogelijkheden die digitalisering ons biedt kunnen we de foto’s nu beter bekijken dan Goedeljee zelf ooit heeft gekund. Op de foto’s is onder andere de oudst bekende afbeelding van ’s Molenaarsbrug te zien, een door Rijnlands opziener en landmeter Kros ontworpen, in 1862 gebouwde ijzeren draaibrug. In 1957 werd deze overgedragen aan de provincie Zuid-Holland, afgebroken en vervangen door de huidige, noordelijker gelegen brug.

IJsvermaak onder ’s Molenaarsbrug